Geld lenen van de bv kost geld!
Kort na Prinsjesdag 2018 werd een wetsvoorstel aangekondigd waarmee de wetgever het op grote schaal lenen bij de eigen bv door de dga wil tegengaan.
Veel dga’s staan stevig rood bij de eigen bv. Soms omdat men bij de bv de eigen woning heeft gefinancierd, soms omdat men geleend heeft om te beleggen, soms eenvoudigweg ook om van te leven. Dat grootschalige lenen is de fiscus een doorn in het oog. In samenhang met het Belastingplan 2019 werd daarom alvast een wetsvoorstel aangekondigd waarmee het excessief lenen bij de eigen bv zal worden tegengegaan. Nadat duidelijk werd dat de dividendbelasting toch niet zal worden afgeschaft, werd dit aangekondigde wetsvoorstel wat versoepeld. Maar in grote lijnen staat het (medio februari 2019 nog steeds niet gepubliceerde) wetsvoorstel nog recht overeind.
In de plannen zal de dga die bij zijn eigen bv een lening heeft van meer dan € 500.000, te maken gaan krijgen met een fictieve dividenduitkering. Voor zover de lening hoger is dan dit bedrag zal de lening aangemerkt worden als een dividend, met alle fiscale gevolgen van dien. De lening die de dga heeft opgenomen voor de eigen woning zal hierbij niet meetellen. Daarvoor gelden uiteraard wel de gebruikelijke voorwaarden als men aanspraak wil kunnen maken op de aftrek van de betaalde rente.
Het wetsvoorstel zal pas in 2022 in werking treden. Men heeft dus nog enkele jaren de tijd om een roodstand in rekening-courant (of andere leningen) op orde te brengen. Daarbij kan men denken aan aflossen, herfinancieren of het overdragen van vermogen aan de bv. Een schuld kan natuurlijk ook worden weggewerkt door het uitkeren van dividend. Het zou dan verstandig kunnen zijn om dat nog in 2019 te doen, omdat het aanmerkelijk belang tarief vanaf volgend jaar hoger zal zijn dan de huidige 25%.