Geen strijd met eigendomsrecht bij vermogensrendementsheffing
In de massaal bezwaarprocedures tegen de vermogensrendementsheffing van box 3 in de jaren 2013 en 2014 heeft de Advocaat-Generaal (A-G) aan de Hoge Raad geadviseerd. Het resultaat? De Belastingdienst heeft nu veruit de beste kaarten.
Tegen de aanslagen inkomstenbelasting 2013 en 2014 is door veel belastingplichtigen bezwaar gemaakt. Dit is mede naar aanleiding van oproepen daartoe van de Bond voor
Belastingbetalers. Volgens hen is het forfaitaire rendement in box 3 in die jaren (4%), niet haalbaar met beleggingen met weinig risico. Dat zou leiden tot een inbreuk op het eigendomsrecht van het Europees verdrag voor de Rechten van de mens.
De A-G heeft inmiddels haar advies gegeven in de proefprocedures die in het kader van het massaal bezwaar zijn gevoerd. Volgens haar moet worden gekeken naar de gemiddelde rendementen over de gehele box 3-linie (ook op bijvoorbeeld aandelen) en dus niet alleen naar de behaalde rendementen op lage en/of risicoloze beleggingen. Daarnaast vindt zij dat de wetgever een eventueel rechtsherstel moet bieden en niet de Hoge Raad.
Het is afwachten wat de Hoge Raad met het advies van de A-G zal doen. Zo’n advies wordt namelijk niet altijd gevolgd, maar dat de Belastingdienst ruimschoots op voorsprong staat is wel duidelijk.
Het standpunt van de A-G voor de jaren 2013 en 2014 is ook geen goed teken voor de in 2018 gestarte massaal bezwaarprocedures voor 2017. Sinds 2017 wordt immers in de vermogensrendementsheffing al meer rekening gehouden met de lagere rentestand.