Meer duidelijkheid over hoge en lage WW-premie
Demissionair minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft meer duidelijkheid gegeven over drie onderwerpen met betrekking tot de gedifferentieerde Awf-premie. Zo geeft ze aan dat in het geval van meerdere arbeidsomvangen en tijdelijke urenuitbreiding de lage Awf-premie blijft gelden. Het ministerie stelde voorheen dat een tijdelijke contractuele urenuitbreiding altijd kwalificeert als tweede tijdelijke arbeidsovereenkomst, waarvoor de hoge WW-premie geldt. Dit standpunt bleek juridisch niet houdbaar, waardoor het met terugwerkende kracht is herzien. Ook het standpunt dat een arbeidsovereenkomst met wisselende arbeidsomvangen een oproepovereenkomst is, is met terugwerkende kracht herzien. Hierdoor geldt de lage premie voor een arbeidsovereenkomst met meerdere arbeidsomvangen, zolang deze maar als één aantal uren per tijdseenheid van ten hoogste één maand of jaar (mits gelijkmatige loonspreiding) zijn vastgelegd. Hierdoor kwalificeren arbeidsovereenkomsten waarin een tijdelijke urenuitbreiding is overeengekomen niet langer als oproepovereenkomsten.
Afblazen herzieningen
Het tweede onderwerp heeft betrekking op het afblazen van twee voorgenomen herzieningen, waarbij met terugwerkende kracht de hoge WW-premie geldt. Het betreft de volgende twee nog niet ingevoerde herzieningssituaties:
- a) De werknemer krijgt binnen een jaar na aanvang van de dienstbetrekking een WW-uitkering door arbeidsurenverlies bij de werkgever.
- b) De werknemer krijgt opnieuw een WW-uitkering, maximaal één jaar nadat situatie a is opgetreden.
Seizoensarbeid
Het derde onderwerp betreft de voorgenomen uitzondering voor seizoensarbeid. Die gaat niet door, omdat de uitvoeringsinstanties seizoensarbeid niet kunnen uitzonderen van de hoge WW-premie.
Een alternatieve subsidie om seizoenswerkgevers te compenseren voor de hoge WW-premie wordt mede vanwege het risico op misbruik ook niet ingevoerd. Terug naar overzicht