Uitzendcontract eindigt niet meer bij ziekte

Als je een uitzendkracht inleent, biedt de wet de mogelijkheid om een zogenoemd ‘uitzendbeding’ op te nemen in de uitzendovereenkomst. Daarin kom je met het uitzendbureau overeen dat de uitzendovereenkomst van rechtswege eindigt, doordat de terbeschikkingstelling op jouw verzoek ten einde komt. Tot 1 juli 2023 was het uitzendbeding in de verschillende uitzendcao’s (zowel van de ABU als van de NBBU) zó geregeld, dat de uitzendovereenkomst geacht werd onmiddellijk te zijn beëindigd op verzoek van de inlener, als de uitzendkracht zich ziekmeldt. Het uitzendbureau was dan niet verplicht loon door te betalen aan de zieke uitzendkracht. De hoogste rechter, de Hoge Raad heeft hier een streep doorgehaald. Wordt een uitzendkracht ziek, dan eindigt de uitzendovereenkomst niet van rechtswege. De inlener moet dan eerst een verzoek doen om de terbeschikkingstelling te beëindigen.

Voortaan loon doorbetalen
Sinds 1 juli 2023 zijn de ABU- en de NBBU-cao zodanig gewijzigd dat de uitzendovereenkomst niet tijdens arbeidsongeschiktheid kan worden beëindigd. Deze cao’s gaan daardoor dus een stap verder dan wat er is vereist op basis van de uitspraak van de Hoge Raad. Dit heeft gevolgen voor uitzendbureaus die door hun lidmaatschap aan de ABU- of NBBU-cao zijn gebonden – of gebonden raken – vanaf het moment dat de cao algemeen verbindend wordt verklaard. Zij moeten sinds 1 juli 2023 bij ziekte van de uitzendkracht loon doorbetalen, zolang de uitzendovereenkomst duurt. Het uitzendbureau kan pas een Ziektewetuitkering aanvragen op de laatste dag van die overeenkomst als de uitzendkracht dan nog ziek is.

Niet gebonden uitzendbureaus zouden dus nog wel de mogelijkheid hebben om de uitzendovereenkomst tijdens of vanwege arbeidsongeschiktheid te beëindigen. Zij moeten daarvoor wel eerst voldoen aan de voorwaarde dat hieraan een verzoek van de inlener ten grondslag ligt (de voorwaarde die voortkomt uit de hiervoor genoemde uitspraak van de Hoge Raad).

Terug naar overzicht